MT Reglementen

HOOFDSTUK  1  ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

De Muay Thai Bond Nederland

  1. Origineel full Muay Thai.
  2. Muay Thai  ( Europese regels )
  3. Kickboksen  (K1 systeem )
  4. Full contact Kickboksen WKA ( met Low kicks)
  5. Full Contact Karate PKA (zonder lowkicks)

En heeft tot doel het doen bevorderen en beoefenen van deze sportdisciplines in al zijn verschijningsvormen.

Artikel 2

ALGEMEEN
Geen der artikelen van dit wedstrijdreglement mag in strijd zijn met enig artikel van de Statuten en/of het Huishoudelijk Reglement van de MTBN.

Artikel 3

ERKENNING VAN WEDSTRIJDEN
De MTBN kent en erkent wedstrijden en/of demonstraties zowel in het openbaar als in besloten kring, mits zij hiervoor haar toestemming heeft verleend.

Artikel 4

WEDSTRIJDORGANISATIE

  1. Het organiseren van wedstrijden en/of demonstraties kan alleen gebeuren door:
    1. De MTBN
    2. De MTBN-promotors
  2. Wedstrijden en/of demonstraties mogen alleen plaatsvinden als daarvoor door of namens het hoofdbestuur een bewijs van toestemming is afgegeven (bijvoorbeeld per e-mail).
  3. Bij het organiseren van wedstrijden en/of demonstraties dient strikt aan het gestelde in dit reglement en het Huishoudelijk Reglement van de MTBN te worden gehouden.
  4. Eenieder die direct, en ook indirect bij de wedstrijd betrokken is, wordt geacht de gedragsregels en reglementen van De MTBN te kennen.

Artikel 5

LIDMAATSCHAP

  1. Degene, die aan de door De MTBN erkende wedstrijden en/of demonstraties wenst deel te nemen, moet tenminste 3 maand als lid bij De MTBN staan ingeschreven.
  2. Niet ingezetenen van Nederland kunnen aan de door De MTBN erkende wedstrijden en/of demonstraties deelnemen, indien zij lid zijn van een internationaal erkende organisatie en hiertoe schriftelijk toestemming hebben van deze buitenlandse organisatie. (Ingezetenen zijn zij die in Nederland een verblijfsvergunning hebben en een BSN -nummer bezitten).
  3. Bij hernieuwde toetreding als lid, dient betrokkene zijn recordlijst kenbaar te maken, en ook de naam en adres van de vereniging waar betrokkene als laatste lid was. Daarbij dient het wedstrijdpaspoort te worden meegezonden aan het hoofdbestuur.

 Artikel 6

LEDEN VAN DE MTBN

Bestaande uit:

  1. Senior leden: 19 t/m 45 jaar;
  2. Junior leden: 16 t/m 18 jaar;
  3. Aspirant-leden: 12 t/m 15 jaar;
  4. Pupillen: 6 t/m 11 jaar;
  5. Recreant leden: zij die niet aan wedstrijden wensen deel te nemen;
  6. Donateurs: zijn personen die jaarlijks een door De MTBN vastgesteld donatie betalen;
  7. Ereleden: zij die tot zodanig door De MTBN zijn benoemd en hun activiteiten hebben beëindigd.

Artikel 7

LEEFTIJDSBEPALINGEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE REGELS

Leeftijden van de deelnemers aan MTBN-wedstrijden:

  1. Pupillen: van 6 t/m 11 jaar: verboden om te stoten en trappen naar het hoofd;
  2. Aspiranten: van 12 t/m 15 jaar: verboden om te stoten en trappen naar het hoofd;
  3. Junioren: van 16 t/m 17 jaar: verboden om te stoten en trappen naar het hoofd;
  4. Senioren: van 18 t/m 40 jaar.

Alle nieuwelingen, ongeacht leeftijd, zijn verplicht tot gebruik van boks kap en scheenbeschermers. Een nieuweling vechter, die voor de eerste keer in de ring verschijnt om deel te nemen aan de wedstrijd, mag niet ouder zijn dan 40 jaar.

Artikel 8

DEELNAME AAN WEDSTRIJDEN

  1. Het hoofdbestuur is gerechtigd leden van De MTBN het deelnemen aan wedstrijden en/of demonstraties te verbieden als dit, naar het oordeel van het hoofdbestuur, de belangen van de leden, van De MTBN of van de Kickboks/ Muay Thai sport en haar aanverwante sporten zou kunnen schaden.
  2. Bij toetreding tot De MTBN dient degene die aan wedstrijden en/of demonstraties in andere

(Ring-) contactsporten deel heeft genomen, dit kenbaar te maken op het daartoe verstrekte formulier.

  1. Het hoofdbestuur en de commissie kunnen besluiten opnieuw toetredende leden, dan wel toetredende leden die voorheen aan ringcontact sporten (of andere vormen van full contactsporten) in wedstrijdverband hebben deelgenomen, eerst een of meerdere beoordelingspartijen te laten vechten, met als doel de betrokkene in de juiste klasse te kunnen indelen. Ook kan de Medische Commissie vooraf aan de afgifte van een wedstrijdlicentie keuringseisen stellen welke dienen te worden nageleefd.

HOOFDSTUK 2 SCHEIDSRECHTERS EN JURYLEDEN

Artikel 9

DIPLOMA SCHEIDSRECHTER/JURYLID

Degene die de bevoegdheid wil verkrijgen voor het fungeren als scheidsrechter en/of jurylid bij wedstrijden van De MTBN, dient aan de volgende bepalingen te voldoen:

  1. Tenminste een jaar onafgebroken lid zijn van De MTBN of een andere door De MTBN erkende bond;
  2. Van onbesproken gedrag zijn (een bewijs van goed gedrag overleggen);
  3. Een officiële MTBN-scheidsrechter cursus te hebben gevolgd en met goed gevolg deze cursus hebben voltooid;
  4. Scheidsrechters dienen de leeftijd van 18 jaar bereikt en die van 55 jaar nog niet overschreden te hebben;
  5. Beschikken over een geldige scheidsrechter en/of jurylicentie.

Artikel 10.

CLASSIFICATIE SCHEIDSRECHTERS EN JURYLEDEN

Scheidsrechters en juryleden worden naar gelang hun bekwaamheid in klassen ingedeeld.

  1. Scheidsrechters:
  2. Scheidsrechter internationaal: zij leiden en berechten alle wedstrijden;
  3. Scheidsrechter A -en B-klasse: zij leiden en berechten wedstrijden in de A -en B-klasse;
  4. Scheidsrechters in de C -en Nieuwelingen klasse: zij leiden en berechten wedstrijden in de C -en Nieuweling klasse.
  5. Juryleden:
  6. Juryleden internationaal: zij zijn bevoegd te fungeren op alle wedstrijden;
  7. Juryleden in de A en B-klasse; zij zijn bevoegd te fungeren in de A -en B-klasse;
  8. Juryleden in de C en Nieuwelingen klasse: zij zijn bevoegd te fungeren in C en Nieuwelingen klasse.
  9. Klassering van scheidsrechters en juryleden: De promotie naar een hogere klasse c.q. terugplaatsing naar een lagere klasse van scheidsrechters en juryleden geschiedt uitsluitend door het hoofdbestuur.

Artikel 11

LICENTIE SCHEIDSRECHTER/JURYLID

  1. Gediplomeerde scheidsrechters en/of juryleden dienen ieder jaar in de eerste maand van het kalenderjaar een licentie aan te vragen, geldig voor dat kalenderjaar;
  2. Geen scheidsrechter en/of jurylid mag als zodanig fungeren zonder in het bezit te zijn van een geldige licentie;
  3. Het hoofdbestuur kan weigeren een licentie te verstrekken, dan wel een opdracht geven de licentie in te leveren;

Het hoofdbestuur kan aan het verstrekken van een licentie bepaalde voorwaarden verbinden, in dit geval zal de reden aan betrokkene schriftelijk worden meegedeeld.

Artikel 12

KLEDING VAN DE SCHEIDSRECHTERS/JURYLEDEN

  1. De scheidsrechters zijn gekleed in een zwarte pantalon, MTBN-overhemd of poloshirt en (sport)schoenen zonder hakken. Het dragen van (latex) handschoenen is verplicht tijdens het functioneren in de ring;
  2. Juryleden zijn gekleed in een zwarte pantalon, MTBN overhemd of polo shirt of overhemd met ter hoogte van de linker borstzak het MTBN-embleem bevestigd;
  3. Het dragen van een bril in de ring is verboden, alsmede het dragen van een horloge, sieraden en manchetknopen. Het dragen van een broekriem is toegestaan, mits er geen uitsteeksels of scherpe decoraties aan zitten;
  4. Gedurende de perioden dat de juryleden in functie zijn tijdens internationale of nationale wedstrijden, en hebben plaatsgenomen op de voor hen gereserveerde stoel aan de ring, mogen zij hun plaats niet eerder verlaten dan nadat de uitslag van de wedstrijd door de speaker bekend is gemaakt.                                                                                                                                                                                                                                              Artikel 13

VERPLICHTINGEN VAN DE SCHEIDSRECHTER

Voor aanvang van de wedstrijden/demonstraties is de scheidsrechter verplicht zich er persoonlijk van te overtuigen dat:

  1. De ringarts aanwezig is;
  2. Alle deelnemende vechters zijn gekeurd en geschikt bevonden voor deelname aan de wedstrijden en/of demonstraties;
  3. Alle deelnemende vechters gewogen zijn;
  4. Alle deelnemende vechters gekleed zijn in het voor hen geldende vechttenue;
  5. De startboekjes met keuringsbewijzen zich bevinden bij de wedstrijdadministrateur;
  6. De ring, de vloer, handschoenen, etc. voldoen aan de eisen zoals gesteld in dit reglement;
  7. De trainers/verzorgers sportief gekleed zijn (trainingspak, sportschoenen);
  8. De prijzen aanwezig zijn;

Indien aan een of meerdere punten van het vorenstaande niet wordt voldaan dient de scheidsrechter hierover contact op te nemen met de wedstrijdorganisatie en deze in te lichten. De wedstrijdorganisatie is verplicht maatregelen te nemen, zodat door de scheidsrechter geconstateerde onvolkomenheden worden hersteld.

 Artikel 14

RINGINDELING OFFICIALS

  1. Elke wedstrijdorganisatie is verplicht de plaatsen aan de ring zodanig in te delen dat: de ringarts in een neutrale hoek, de tijdwaarnemer, speaker, hoofdjury en de wedstrijdadministrateur op een lijn naast elkaar zitten aan een ringzijde. Vanaf deze ringzijde gezien, staat de rode hoek links.
  2. Als er sprake is van drie juryleden, dienen deze ieder aan een ringzijde te worden geplaatst, gerekend vanaf de eerste ringzijde links van de hoofdjury. Ieder jurylid zit aan een aparte tafel en, voor zover mogelijk, geheel alleen;
  3. Indien er sprake is van vijf juryleden worden deze als volgt ingedeeld:
    1. Jurylid nummer 1 wordt geplaatst in het midden van de hoofdjurytafel;
    2. Links van de hoofdjurytafel jurylid nummer 2;
    3. Tegenover de hoofdjurytafel jurylid nummer 3 en 4;
    4. Rechts van de hoofdjurytafel jurylid nummer 5.
  4. Juryplaatsen worden, afhankelijk van de onder genoemde 2 en 3 beschreven opstellingen, vanaf het midden van de ringtafel genummerd met de klok mee zodanig dat de nummering duidelijk leesbaar is voor de in de ring aanwezige scheidsrechter.

Artikel 15

VERPLICHTINGEN VAN DE OFFICIALS

Officials bij De MTBN hebben een of meer van de volgende functies:

  1. Ringscheidsrechter;
  2. Jurylid;
  3. Tijdwaarnemer;
  4. Ringarts;

MTBN-officials dienen bij het hoofdbestuur om toestemming te vragen, wanneer zij in bovengenoemde functies medewerking willen verlenen aan andere sportwedstrijden, georganiseerd door instanties welke niet onder auspiciën staan van de MTBN. Overtreding van deze bepaling, waardoor mogelijk schade toegebracht wordt aan De MTBN, kan voor de betrokkene een schorsing betekenen voor onbepaalde tijd. Herhaling van deze overtreding kan leiden tot een royement. Scheidsrechters en/of juryleden die in het buitenland als zodanig een functie willen uitoefenen, dienen dit te melden aan het hoofdbestuur. Overtreding van dit artikel, welke mogelijk schade toebrengt aan de MTBN, kan voor de betrokkene een straf of maatregel opleveren genoemd in het reglement betreffende straffen en maatregelen van de MTBN.

HOOFDSTUK 3 TOEPASSING WEDSTRIJDREGLEMENT

Artikel 16

TOEPASSING EN UITLEG

In alle gevallen, waarin twijfel bestaat over de toepassing en de uitleg van dit wedstrijdreglement, zal het hoofdbestuur van De MTBN een beslissing nemen totdat een definitief besluit in het wedstrijdreglement is opgenomen.

Artikel 17

COMMANDO’S

De scheidsrechter zal alleen van de volgende commando’s gebruik maken: FIGHT, STOP of BREAK.

  1. Het commando BREAK gebruikt de scheidsrechter om een actie van de vechters te onderbreken en de vechters te scheiden, waarbij zij een pas achteruit doen. In principe stapt de scheidsrechter tussenbeide en zodra hij terug stapt kunnen de vechters met of zonder het commando FIGHT verder gaan met het gevecht.
  2. Het commando STOP gebruikt de scheidsrechter bij het stoppen van het gevecht, het einde van een ronde, een vermaning of een officiële waarschuwing. De scheidsrechter begint of hervat het gevecht met het commando FIGHT.
  3. Het commando FIGHT gebruikt de scheidsrechter bij aanvang van de wedstrijd, na een BREAK of STOP-commando, om het gevecht te laten continueren.

Artikel 18

HET “NEER” ZIJN VAN EEN VECHTER

De vechter wordt geacht “neer” te zijn, wanneer hij ten gevolge van een vechtactie:

  1. Enig ander lichaamsdeel dan zijn voeten de ringvloer raakt;
  2. Hij de touwen van de ring gebruikt, hetzij om zich te beschermen, hetzij om zich op te richten;
  3. Hij hulpeloos over de touwen hangt of hiertegen aan leunt;
  4. Hij ophoudt met vechten;
  5. Hij opkomt uit een down positie.

Wanneer een vechter niet ten gevolge van een stoot en/of trap neergaat, bijvoorbeeld door struikelen, wordt hij niet geacht “neer” te zijn en dient de wedstrijd direct vervolgd te worden.

Artikel 19

WEDSTRIJD HERVATTEN NA HET COMMANDO “FIGHT”

Als een vechter “neer” gaat ten gevolge van een stoot of trap, en hij in een zodanige positie verkeert dat de scheidsrechter moet gaan tellen, dan mag de desbetreffende vechter in geen geval de wedstrijd hervatten, alvorens de scheidsrechter het commando FIGHT heeft gegeven, ook al is de vechter die “neer” ging eerder in de vechthouding teruggekomen. De scheidsrechter is verplicht te tellen tot en met de achtste tel en mag pas daarna het commando FIGHT geven.

Artikel 20.

NEERGAAN DOOR EEN FOUTIEVE STOOT, TRAP OF HANDELING

  1. Als een vechter, blijkens zijn reactie, neergaat ten gevolge van een ongeoorloofde stoot, trap of handeling van zijn tegenstander, en de scheidsrechter heeft de ernst van deze overtreding geconstateerd, dan is de scheidsrechter verplicht de vechter welke deze verboden stoot, trap of handeling heeft gepleegd, onmiddellijk te diskwalificeren. De scheidsrechter is in dat geval verplicht de juryleden in kennis te stellen van zijn beslissing. De vechter die is neergegaan zal tot winnaar worden uitgeroepen.
  2. Als een vechter, blijkens zijn reactie, neergaat ten gevolge van een ongeoorloofde stoot, trap of handeling van zijn tegenstander, doch de scheidsrechter heeft geen overtreding geconstateerd, dan is de scheidsrechter verplicht te tellen tot tien. Na de tiende tel zal hij de wedstrijd stoppen en de juryleden vragen of zij een ongeoorloofde stoot, trap of handeling hebben gezien. De juryleden kunnen desgevraagd alleen de volgende woorden gebruiken: FOUT (met vermelding van opzet of geen opzet), NIET GEZIEN en CORRECT. De volgende uitspraken kunnen zich voordoen:
    1. NIET GEZIEN, FOUT, FOUT of NIET GEZIEN, NIET GEZIEN – FOUT De vechter die de wedstrijd heeft gestaakt, wordt tot winnaar uitgeroepen, terwijl zijn tegenstander wordt gediskwalificeerd.
    2. NIET GEZIEN, CORRECT, CORRECT of NIET GEZIEN, FOUT, CORRECT of NIET GEZIEN, NIET GEZIEN, CORRECT of NIET GEZIEN, NIET GEZIEN. De vechter die de wedstrijd heeft gestaakt wordt verliezer door KO.

Wanneer de getroffen vechter voor de tiende tel weer de vechthouding aanneemt en dus in staat kan worden geacht verder te vechten, zal de scheidsrechter de wedstrijd stoppen als hij een overtreding heeft geconstateerd, en zijn tegenstander een officiële 1e waarschuwing geven. Als de getroffen vechter echter zodanig geraakt is, dat de scheidsrechter het niet verantwoord vindt de wedstrijd te hervatten, dan moet hij de wedstrijd staken en moet de vechter welke de overtreding heeft veroorzaakt worden gediskwalificeerd. Wanneer de scheidsrechter geen overtreding heeft geconstateerd, doch de juryleden hebben wel een overtreding geconstateerd, dan dienen zij de scheidsrechter hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.

  1. Als een vechter op een dergelijke manier neer is gegaan, zonder twijfel over een knock-out, kan de scheidsrechter volstaan door deze knock-out aan te geven met het gezegde: OUT
  2. Ingeval van een onopzettelijke overtreding welke een zodanig letsel veroorzaakt dat de tegenstander niet door kan gaan, moet de scheidsrechter het gevecht stoppen. In deze situatie krijgt de getroffene maximaal twee minuten de tijd om te herstellen. Juryleden moeten de overtreding toelichten en vermelden of inderdaad geen opzet in de actie aanwezig was.

Artikel 21

TELLEN VOOR KNOCK-DOWN

  1. Zodra de scheidsrechter begint te tellen, zal hij de vechter wiens tegenstander “neer” is gegaan, verwijzen naar de verst mogelijke neutrale hoek;
  2. Geeft de vechter aan dit bevel geen gevolg of komt deze vechter tijdens het tellen weer uit de neutrale hoek, dan staakt de scheidsrechter het tellen, totdat deze vechter zich in de neutrale hoek bevindt;
  3. De scheidsrechter is verplicht te tellen tot en met de achtste tel. Als de neergegane vechter door hem dan weer in staat wordt geacht de wedstrijd te hervatten zal de scheidsrechter het commando FIGHT geven.

Artikel 22

VERBODEN HANDELINGEN WEDSTRIJDVECHTERS

  1. Kopstoten;
  2. Alle technieken naar het kruis;
  3. Alle technieken naar de gewrichten;
  4. Slaan, stoten of trappen na het commando BREAK, of STOP van de scheidsrechter ;
  5. Slaan, stoten of trappen als iemand buiten de touwen is;
  6. Doorvechten of trappen als iemand op de grond ligt. Iemand ligt op de grond als hij enig ander lichaamsdeel meer aan de grond heeft dan zijn voeten;
  7. Bijten, spuwen of krabben;
  8. Onsportief gedrag;
  9. Het gevecht opzettelijk ontlopen of opzettelijk stoppen;
  10. Te laag inkomen met het hoofd. Dit geldt niet voor de stijl waarin knieën naar het hoofd zijn toegestaan;
  11. Het beledigen van de scheidsrechter, tegenstander of toeschouwers;
  12. Het opzettelijk uit de ring werpen van de tegenstander;
  13. Het vasthouden van de ringtouwen met beide handen en daarmee de tegenstander opsluiten;
  14. Het opzettelijk uitspuwen van de mondbeschermer;
  15. Simuleren te laag geraakt te zijn;
  16. Het niet opvolgen van de commando’s van de scheidsrechter;
  17. Met beide armen de tegenstander in de onderrug naar zich toe drukken;
  18. Opzettelijk met knie of elle boog op een tegenstander vallen;
  19. Het vasthouden van een been, mits direct een techniek wordt uitgevoerd;
  20. Alle technieken naar achterkant van het hoofd en de rug;
  21. Het slaan of stoten met open handschoen, of binnenkant van de handschoen.

Wanneer een deelnemer een van de hierboven genoemde handelingen verricht zal de scheidsrechter een vermaning geven bij een kleine overtreding. Bij herhaling of bij een grote overtreding zal hij een officiële of openbare waarschuwing (OW) geven. Dit moet de scheidsrechter met woord en gebaar duidelijk kenbaar maken aan de hoofdjury. Een openbare waarschuwing geeft een minuspunt per jurylid. Als na een tweede OW nogmaals een OW gegeven moet worden zal de scheidsrechter de wedstrijd stoppen en de overtreder diskwalificeren.

Artikel 23

VERMANING, WAARSCHUWING EN DISKWALIFICATIE

  1. De scheidsrechter zal bij de beoordeling van een verboden stoot, trap of handeling in aanmerking nemen de ernst van het feit en zal naar evenredigheid straffen door het geven van een: VERMANING OFFICIËLE/ OPENBARE WAARSCHUWING DISKWALIFICATIE
  2. De scheidsrechter zal er moeten toezien of door de overtreding van een deelnemer:
  3. a) zijn tegenstander wordt geschaad in zijn kansen op een overwinning
  4. b) de overtreding opzettelijk werd begaan
  5. c) zijn tegenstander reeds eerder in de wedstrijd een vermaning of waarschuwing kreeg
  6. Indien een deelnemer door opspringen, inlopen of omdraaien, het neerslaan van de handschoen van zijn tegenstander of andere onverwachte bewegingen wordt getroffen op niet-reglementaire plaatsen, wordt dit als eigen schuld beschouwt en zal hij door de scheidsrechter op deze foutieve handeling worden gewezen.
  7. Als regel kan worden gesteld dat een deelnemer die reeds tweemaal een vermaning kreeg voor dezelfde overtreding en voor de derde maal eenzelfde overtreding begaat, hiervoor een openbare waarschuwing krijgt
  8. Een deelnemer die reeds tweemaal een openbare waarschuwing kreeg in de wedstrijd en wederom een overtreding begaat waarvoor hij eveneens een openbare waarschuwing moet krijgen, wordt hij/zij zonder meer gediskwalificeerd. De scheidsrechter mag geen derde OW geven. 6. Een deelnemer kan eveneens een openbare waarschuwing krijgen wanneer zijn instructeur niet gehoorzaamt aan de bevelen van de scheidsrechter. Bij herhaling kan dit de diskwalificatie van de vechter tot gevolg hebben.

Artikel 24.

BEKENDMAKING VAN EEN OFFICIËLE OPENBARE WAARSCHUWING

Indien de scheidsrechter moet overgaan tot het geven van een officiële openbare waarschuwing zal hij:

  1. Het commando “STOP” geven teneinde de wedstrijd tijdelijk te stoppen.
  2. Aan de vechter welke de officiële openbare waarschuwing krijgt, door woord en gebaar kenbaar maken voor welke overtreding of verboden handeling hij een officiële waarschuwing krijgt.
  3. De juryleden en de speaker door woord en gebaar, met een vinger of duim als teken van een punt aftrek, meedelen voor welke overtreding de betrokken vechter een officiële waarschuwing heeft gekregen. De speaker zal direct via de aanwezige geluidsinstallatie het publiek van deze officiële openbare waarschuwing in kennis stellen.
  4. De wedstrijd doen hervatten middels het commando “FIGHT”.

Artikel 25.

STAKEN VAN EEN WEDSTRIJD

  1. De scheidsrechter moet de wedstrijd staken indien:
  2. a) De deelnemers te ongelijk van kracht zijn (out-classed), de beste vechter wordt winnaar door interventie. (RSC).
  3. b) Een van de deelnemers onvoldoende geoefend is. Deze vechter wordt verliezer door interventie. (RSC).
  4. c) Beide deelnemers onvoldoende geoefend zijn. In dit geval wordt er geen uitslag bekend gemaakt. (NO CONTEST). De deelnemers die wegens onvoldoende geoefendheid de ring moeten verlaten mogen gedurende drie maanden erna niet meer aan wedstrijden deelnemen.
  5. d) De scheidsrechter van mening is dat naar zijn oordeel voortzetting van de wedstrijd van beide deelnemers te afmattend zou kunnen zijn. In dit geval wordt geen uitslag bekend gemaakt. (NO CONTEST).
  6. e) De wedstrijd door beide deelnemers escaleert in een ordinaire onreglementaire vechtpartij binnen de ring. Er wordt geen uitslag bekend gemaakt. (NO CONTEST).
  7. f) Naar zijn oordeel voortzetting van de wedstrijd door andere redenen gevaarlijk zou kunnen zijn voor een van de deelnemers. Zijn tegenstander wordt winnaar door RSC.
  8. De scheidsrechter moet de wedstrijd om medische redenen staken indien:
  9. a) Een of beide deelnemers een min of meer ernstig uitziende verwonding oplopen, echter na de ringarts te hebben geraadpleegd, waarbij deze hem adviseert de wedstrijd te staken.
  10. b) De ringarts, zonder voorafgaand te zijn geraadpleegd, hem adviseert de wedstrijd te staken.
  11. c) Een blessure zodanig is, dat voortzetting van de wedstrijd niet representatief is voor de sport. In het geval dat de scheidsrechter de ringarts wenst te raadplegen omtrent de verwonding van een van de vechters, zal hij de wedstrijd stoppen en de niet verwonde vechter naar een neutrale hoek verwijzen. Vervolgens zal hij de ringarts verzoeken de ring te betreden, teneinde de verwonding te kunnen onderzoeken. De instructeur mag de ring niet betreden. De ringarts zal de scheidsrechter adviseren wel of niet de wedstrijd te doen hervatten. De scheidsrechter is verplicht het advies van de ringarts op te volgen
  12. Indien de scheidsrechter besluit de wedstrijd te staken, dient hij de juryleden hiervan op de hoogte te stellen, onder vermelding van de reden.
  13. Gedurende de wedstrijd is de scheidsrechter de verantwoordelijke persoon. De leiding van de wedstrijd is uitsluitend opgedragen aan de scheidsrechter.
  14. Indien een wedstrijd vroegtijdig moet worden beëindigd bij onregelmatigheden in de zaal, bij het onklaar raken van de ring, het uitvallen van de verlichting en dergelijke, is de uitslag; NO CONTEST.
  15. De scheidsrechter is bevoegd de wedstrijd te staken indien vanuit de zaal, taal en of kreten te horen zijn die stroken met de zeden, waarden en normen van de samenleving.

Artikel 26.

TOEGESTANE WEDSTRIJD/VECHTTECHNIEKEN (OM PUNTEN TE KUNNEN SCOREN)

 

Technieken Raakvlak Bijzonderheden
Stoottechnieken met het raakvlak,

Spinning backfist

(raakvlak is met de rug van vuist, knokkel )

Hoofd (front, zijkant ) borst zijkant lichaam. Spinning Backfist Verboden bij jeugd en Nieuwelingen klasse
Traptechnieken met de voet! Hoofd, (front, zijkant)

Nek

Borst

Zijkant lichaam

Buik & benen

Onder de 18 jaar geen technieken naar de hoofd !
Elleboogtechnieken Lichaam,

Borst

Zijkant lichaam

Benen

Hoofd alleen toegestaan bij A klasse, als er duidelijke afspraken zijn gemaakt met de MTBN!
Knietechnieken Hoofd (alleen A & B Klasse)

Lichaam

Borst

Zijkant lichaam

Buik & Benen

Technieken met de scheenbeen (low Kick ) Binnenkant en buitenkant van de dijbeen
Ronde trap met het scheenbeen Hoofd, (front / zijkant

Nek

Borst

Zijkant lichaam

buik

Beenveegtechniek Tegenstander moet met beide benen los van de grond komen.

Artikel 27.

SAMENSTELLING WAARDERINGSCIJFERS DOOR DE JURYLEDEN

Beschreven technieken bij Artikel 26 kunnen punten opleveren indien de technieken correct worden uitgevoerd. De toegekende minuspunten worden in mindering gebracht alvorens tot een eindscore te komen. Duurt een wedstrijd het vooraf bepaalde aantal ronden, dan worden de punten opgeteld en geeft de scorekeeper aan welke hoek tot winnaar wordt verklaard. Voor de puntenwaardering moet de jury rekening houden met de effectiviteit en kracht waarmee de technieken worden uitgevoerd. Punten telling door juryleden: ( word vervolgd ) Voorbeeld totaaluitslagen: Jury 1: rood jury 1: rood Jury 2: rood jury 2: blauw Jury 3: blauw jury 3: onbeslist Winnaar: rood Winnaar: onbeslist Jury 1: rood Jury 1: onbeslist Jury 2: rood Jury 2: onbeslist Jury 3: onbeslist Jury 3: blauw Winnaar: rood Winnaar: blauw Indien aan het einde van een ronde geen verschil in stoot en/of traptechnieken aan te geven is, zal de algemene indruk van het gevecht in die ronde de doorslag moeten geven bij de beoordeling van de punten. Onder algemene indruk wordt verstaan: goede aanvalstechnieken (openingen maken in de verdediging van de tegenstander en dan punten scoren), goede verdedigingstechnieken (ontwijken, slippen, blokken, etc..), de stijl die overeenkomt met de discipline waarin gestreden wordt. Bij de beoordeling algemene indruk moet erop worden gewezen dat de aanval meer gewaardeerd wordt dan de verdediging. Wanneer na beoordeling van al deze punten door het jurylid nog geen verschil tussen beide deelnemers zijn aan te geven, dan zal hij aan beide deelnemers in deze ronde het waarderingscijfer 10.

Artikel 28.

PUNTENTELLING

Juryleden kunnen de scores van de vechters tellen door middel van een mechanische teller. Een vol geraakte techniek is een score. Een techniek die geblokt of afgeweerd wordt, telt niet als score.

Artikel 29.

WEDSTRIJDBEOORDELING DOOR JURYLEDEN

  1. Wedstrijden moeten door minimaal drie juryleden worden beoordeeld.
  2. Kampioenschappen voor een vacante titel worden beoordeeld door een eerste jury, bestaande uit minimaal drie leden en uit een tweede jury, een zogenaamde schaduwjury, bestaande uit minimaal drie leden.
  3. Internationale kampioenschappen worden beoordeeld door een internationale jury afhankelijk van het land waar de deelnemer voor uitkomt.
  4. De plaats van de scheidsrechter is in de ring. De juryleden nemen plaats aan ieder zijde van de ring en wel op een zodanige wijze dat zij door niemand kunnen worden gestoord en/of afgeleid.
  5. De juryleden zullen naar eer en geweten hun beoordeling weergeven op de daarvoor bestemde puntenbriefjes, zoals omschreven in dit reglement.
  6. Voor de aanvang van de wedstrijd moeten de puntenbriefjes duidelijk zijn ingevuld met de vermelding van: Het wedstrijdnummer Datum Naam van de ringscheidsrechter Naam van het jurylid Of het een titelgevecht betreft De namen van de deelnemers Het gewicht
  7. De juryleden zijn verplicht direct na het beëindigen van een ronde het totaalcijfer duidelijk aan te geven en direct na beëindiging van de wedstrijd de winnende hoek aan te kruisen. Bij kampioenschappen en internationale wedstrijden worden na elke ronde de puntenbriefjes met de waarderingspunten ingeleverd bij de scheidsrechter. Veranderingen, wijzingen of doorhalingen van de eindcijfers per ronde of het totaalcijfer van alle ronden is verboden en maken het puntenbriefje ongeldig.
  8. Onmiddellijk na beëindiging van de wedstrijd worden de punten van de diverse ronden bij elkaar opgeteld en de betreffende hokjes aangekruist die corresponderen met de uitslag. Na plaatsing van de handtekening van het jurylid, wordt het puntenbriefje overhandigd aan de ringscheidsrechter. De ringscheidsrechter controleert het puntenbriefje op onvolkomenheden en overhandigt vervolgens de puntenbriefjes aan de hoofdjury.
  9. Bij een uitslag “ONBESLIST” in een wedstrijd om een vacante titel of in een wedstrijd waarin een winnaar moet zijn, zal de ringscheidsrechter een tweede puntenbriefje vragen aan de schaduwjuryleden, waarop zij hun uitslag kenbaar maken. Als ook in dit geval de uitslag “ONBESLIST” is, vult de ringscheidsrechter een puntenbriefje in. Zijn uitslag is bindend.

Artikel 30.

DE SPEAKER

De speaker is verantwoordelijk voor de aankondiging van de wedstrijd, het bekend maken van de officiële openbare waarschuwing en het bekend maken van de uitslag. Tien seconden voor het begin van een ronde geeft de speaker in samenwerking met de tijdwaarnemer het commando “helpers weg” en geeft duidelijk het cijfer van de ronde aan.

 Artikel 31.

DE TIJDWAARNEMER

De tijdwaarnemer is verantwoordelijk voor de tijdsduur van de ronden van een wedstrijd. De tijdwaarnemer controleert de duur van de ronden en de pauzes door middel van een klok/stopwatch. Tien seconden voor het einde van de pauze geeft de tijdwaarnemer tweemaal een signaal op de gong, de speaker geeft dan het commando “Helpers weg”; Op dit moment dienen de coaches en helpers de ring direct te verlaten, met medeneming van hun verzorgingsspullen. De tijdwaarnemer geeft door een gongslag een sein aan de ringscheidsrechter voor het begin en het einde van de ronden. De gong is dus een aanwijzing voor de ringscheidsrechter. Gaat een deelnemer neer of dient als neer te worden beschouwd dan zal de tijdwaarnemer, zodra de scheidsrechter begint te tellen, het tijdsverloop van de seconden aangeven door het tikken op de gong, zoals is omschreven. Bij het “neer” zijn van een of beide deelnemers dient de tijdwaarnemer zich te houden aan de regels gesteld in artikel 35 (procedure bij KO). Indien de ringscheidsrechter de wedstrijd onderbreekt voor medische verzorging, correctie aan kleding of handschoenen van de deelnemers of anderszins, wordt de klok/stopwatch door de tijdwaarnemer stilgezet. Zodra de ringscheidsrechter de wedstrijd hervat, stelt de tijdwaarnemer de klok/stopwatch weer in werking.

Artikel 32.
BEKENDMAKING VAN DE UITSLAG

Nadat van alle juryleden het puntentotaal van de rode hoek en de blauwe hoek bij elkaar zijn opgeteld, wordt de deelnemer met het hoogste puntentotaal winnaar. Bij een gelijk puntentotaal zal de uitslag “onbeslist” luiden. Alvorens de uitslag door middel van de geluidsinstallatie aan het publiek bekend gemaakt wordt, roept de ringscheidsrechter de beide deelnemers naar het midden van de ring. Bij de bekendmaking van de winnaar heft de ringscheidsrechter de hand omhoog van de deelnemer die tot winnaar is uitgeroepen c.q. de handen van beide deelnemers indien de uitslag “onbeslist” is.

Artikel 33.

MINUSPUNTEN

Wanneer de ringscheidsrechter tijdens de wedstrijd een deelnemer een officieel 1e openbare waarschuwing geeft, krijgt deze deelnemer per jurylid een minuspunt. Bij de ‘derde’ openbare waarschuwing krijgt deze deelnemer geen minuspunt, maar wordt gediskwalificeerd. Wanneer de scheidsrechter tijdens de wedstrijd een deelnemer acht tellen geeft bij het “neer” zijn (knock down), krijgt deze deelnemer per jurylid een minuspunt. De juryleden trekken de minuspunten af van de puntenscore en vermelden het eindcijfer op de eindscore. Als er geen minuspunten van toepassing zijn, wordt alleen het waarderingscijfer in de kolom eindscore vermeld. Bij een knock down door een onopzettelijke overtreding worden geen minuspunten gegeven. Dit zijn de zogenaamde herstel tellen.

 Artikel 34.

MOGELIJKHEDEN VAN OVERWINNING

Een wedstrijd kan op een van de volgende manieren worden gewonnen:

  1. Op punten
  2. Door knock-out
  3. Door opgave van een van de deelnemers of diens instructeur
  4. Door referee stops contest (RSC). RSC-H. (Voortijdige beëindiging door te veel stoten op het hoofd. RSC-M (voortijdige beëindiging door medisch advies)
  5. Door diskwalificatie
  6. Door walk over (tegenstander niet aanwezig in de ring)
  7. Door technisch knock-out (medisch of aantal knock downs)
  8. Door medische interventie Toelichting punt 2. Indien een deelnemer de wedstrijd voortijdig moet beëindigen wegens een knock-out op het hoofd (KO-H), zal hij een startverbod krijgen. De ringarts beoordeelt de duur van het startverbod en of een medische keuring (E.E.G.-onderzoek) noodzakelijk is ten gevolge van de knock-out. Indien een deelnemer de wedstrijd voortijdig moet beëindigen wegens een knock-out op het lichaam (KO-L), of knock-out op het been (KO-B), zal de ringarts de ernst van de knock-out bepalen en advies geven aan het hoofdbestuur omtrent een eventueel startverbod. Opmerking: a) Knock-out 1. Een tegenstander zodanig treffen dat hij op de ringvloer valt of erbuiten en niet in staat is binnen tien tellen van de scheidsrechter binnen de ring touwen het gevecht te hervatten b) Technisch knock-out 1. Het gevecht stoppen (geen knock-out) als de deelnemer niet in “gezonde” staat door kan gaan. 2. De deelnemer na de bel voor de volgende ronde niet uit zijn hoek komt. 3. Het aantal knock-downs.

Artikel 35.

PROCEDURE BIJ KNOCK-OUT VOOR DE SCHEIDSRECHTER

  1. Als een deelnemer tijdens de wedstrijd door een trap of stoot duidelijk in moeilijkheden verkeert, of neer gaat, dan stuurt de ringscheidsrechter de tegenstander naar de neutrale hoek en pas daarna begint hij met tellen. Staat bij de achtste tel de deelnemer niet in de juist vechthouding dan telt hij door tot tien en is het gevecht beslist door KO (knock-out). Tijdens het tellen van de scheidsrechter bij het neer zijn van ??n van de deelnemers mag de gong niet worden geluid. Direct na het commando “FIGHT” (indien de vastgestelde rondetijd verstreken is) moet de gong geluid worden. De reglementair vastgestelde tijd van de rustpauze dient gehandhaafd te blijven. “Save by the bel” is alleen van toepassing bij de laatste ronde.
  1. Wanneer beide deelnemers ten gevolge van een trap of stoot gelijktijdig neer gaan, dan telt de scheidsrechter tot zij bij de achtste tel weer de vechthouding staan. Heeft slechts ??n deelnemer de normale vechthouding aangenomen, dan wordt deze tot winnaar uitgeroepen op KO. Wanneer beide deelnemers niet binnen de reglementaire acht tellen in de vechthouding staan, dan is die deelnemer winnaar die op dat moment op punten voorstond.
  2. De scheidsrechter telt tot acht of tien en zal daarbij opletten dat tussen twee tellen steeds een seconde verloopt.
  3. Wanneer een knockdown optreedt tijdens de laatste ronde van een wedstrijd dan geldt de exacte rondetijd. De tijdwaarnemer luidt in dit geval de gong tijdens het tellen van de ringscheidsrechter. De scheidsrechter staakt alsdan het tellen en er volgt een normale puntenuitslag. De ringarts zal beoordelen of de deelnemer die “neer” was een startverbod krijgt opgelegd.
  4. Indien een deelnemer “neer” is, mag de helper of instructeur de handdoek of spons niet in de ring werpen. De scheidsrechter zal normaal doorgaan met tellen. Wanneer de deelnemer bij de achtste tel weer in de vechthouding staat, is de helper of instructeur gerechtigd op dit moment voor zijn deelnemer op te geven en mag de handdoek of spons geworpen worden. Bij N en C-klassers wordt de wedstrijd gestaakt bij tweemaal acht tellen (knockdown) in dezelfde ronde of de hele partij. Bij de B-klassers wordt de wedstrijd gestaakt bij tweemaal acht tellen (knockdown). en driemaal over de gehele wedstrijd. Bij de A-klassers wordt de wedstrijd gestaakt bij drie maal acht tellen per ronde of viermaal over de gehele wedstrijd. In beide gevallen is de uitslag: technisch knock-out (TKO)
  1. De scheidsrechter kan de wedstrijd ook staken wanneer hij van mening is dat zulks ter bescherming van een of beide deelnemers noodzakelijk is.
  2. De scheidsrechter is verplicht in de volgende gevallen te tellen, dus als “neer” te beschouwen.
  3. a) Indien een of beide deelnemers hulpeloos over de touwen hangen.
  4. b) Indien een of beide deelnemers door een trap of stoot tegen het hoofd aangeslagen lijkt
  5. c) Indien een of beide deelnemers passief blijft
  6. d) Indien een of beide deelnemers niet in staat is zich nog verder te verdedigen. De deelnemer die als genoemd in de punten a t/m d van dit artikel niet voor de tiende tel de wedstrijd hervat, zal verliezer door KO worden. Betrokken deelnemer krijgt een startverbod.
  7. Eveneens verliezer door KO is die deelnemer, die zich tenminste tien tellen aan de wedstrijd heeft onttrokken, behoudens in geval van overmacht zulks ter beoordeling van de ringscheidsrechter.
  8. Ingeval van een zware KO, waarbij het naar oordeel van de scheidsrechter onmiddellijk gewenst is medische hulp te verlenen, telt hij 1-out. Vervolgens roept hij onmiddellijk de hulp van de ringarts die op dat moment de door hem noodzakelijk geachte maatregelen neemt. Deze dienen strikt te worden opgevolgd.
  9. Als beide vechters zodanig geblesseerd zijn en verder niet meer in staat zijn het gevecht af te maken, dan is die deelnemer winnaar die op dat moment op punten voorstaat.

 Artikel 36.

RINGOFFICIALS

Bij wedstrijden onder auspiciën van de MTBN dienen aanwezig te zijn: twee ringscheidsrechters, minimaal drie juryleden, een schaduwjury bij vacante titelwedstrijden, een speaker, een tijdwaarnemer, een ringarts, een wedstrijdadministrateur en een hoofd van de jury. Het is niet toegestaan dat juryleden tijdens de wedstrijden daadwerkelijk nevenfuncties uitoefenen. De officials moeten door de MTBN erkend en aangewezen zijn. Zij dienen een uur voor aanvang van de wedstrijden aanwezig te zijn.

Artikel 37.

BLESSURES

Bij blessures tijdens wedstrijden wordt de tijd stopgezet en wordt na een teken van de ringscheidsrechter de gewonde behandeld door de ringarts. Deze beslist of het gevecht kan worden voortgezet. Is de blessure ontstaan door een verboden handeling dan wordt de deelnemer die zulks veroorzaakt heeft gediskwalificeerd. Is de blessure ontstaan door eigen toedoen of door een geoorloofde handeling en de wedstrijd wordt gestaakt, dan is er sprake van een medische interventie.

Artikel 38.

STIMULERENDE MIDDELEN

Het gebruik van stimulerende middelen voor en tijdens de wedstrijden is ten strengste verboden. Er zal dan ook na de wedstrijd door de ringarts kunnen worden gecontroleerd op het gebruik van stimulerende middelen (doping). Deelnemers aan wedstrijden onder auspiciën van de MTBN zijn verplicht de controle van de ringarts te ondergaan. Wanneer de arts iemand betrapt op het gebruik van stimulerende middelen dan wordt deze voor onbepaalde tijd geschorst, terwijl de uitslag van de wedstrijd herzien kan worden. Wanneer de arts bij iemand symptomen herkent van stimulerende middelen, mag de arts de persoon uitsluiten van deelname. Ziet verder artikel 69 (dopingreglement).

Artikel 39.

DUUR DER WEDSTRIJDEN NB.

Tussen twee ronden 1 minuut rust.

Artikel 40.

INDELING KLASSEN

Nieuwelingen: na 3 gewonnen wedstrijden worden zij C-klasse

C-klassers na 6 gewonnen wedstrijden worden zij B-klasse

B-klassers na 8 gewonnen wedstrijden worden zij A-klasse

Voor uitzonderlijke goede vechters kan bij DE MTBN dispensatie worden aangevraagd om in een hogere klasse te mogen vechten. Dispensatie kan alleen worden verleend door het hoofdbestuur. Indien een lid geruime tijd niet aan wedstrijden heeft deelgenomen, of alle partijen in een hogere klasse heeft verloren, kan hij teruggezet worden in een lagere klasse.

Artikel 41.

WEGING EN KEURING

De weging zal in de regel circa 1.30 uur voor aanvang van de wedstrijden plaatsvinden. De weging dient te geschieden op een personenweegschaal van DE MTBN in aanwezigheid van een daarvoor door De MTBN aangewezen official. Het gewicht dat door de official wordt genoteerd, mag niet in twijfel worden genomen en is dus bindend. Bij titelgevechten of wedstrijden van topniveau wordt tijd en plaats van de weging schriftelijk aan de coach/verzorger/manager medegedeeld. De te wegen deelnemers dienen vergezeld te worden van hun coach/verzorger/manager. De medische keuring door de ringarts van De MTBN kan direct na de weging geschieden. Mocht de keuring in negatieve zin uitvallen dan is men van verdere deelname uitgesloten. De uitspraak van de ringarts is te allen tijde bindend.

Artikel 42.

MTBN Muay Thai disciplines

De MTBN kent en erkent de volgende disciplines. De toegestane technieken staan omschreven in artikel 26. 1. Origineel Muay Thai: alle technieken beschreven in artikel 26 uitgezonderd judoworpen 2. Kickboksen / Muay Thai: Alle technieken beschreven in artikel 26 uitgezonderd elleboogtechnieken naar het hoofd. A-klasse met knietechnieken naar het hoofd toegestaan. N-C-B-klasse geen knietechnieken naar het hoofd. 3. Kickboksen/ Full Contact Alle technieken beschreven in artikel 26. Uitzonderingen: geen lijf aan lijf gevecht (clinchen). Vechters mogen elkaar niet vasthouden of afklemmen.

HOOFDSTUK 4. RING EN TOERUSTING – WEDSTRIJDKLEDING

Artikel 43.

RING EN TOERUSTING

  1. Een normale boksring waarbij de touwen gemeten de kleinste maat 5×5 meter moet bedragen en de grootste 6×6 meter.
  2. De ringvloer moet van een veilige constructie zijn (geheel vlak en zonder enige uitsteeksels), belegd met schuimrubberplaten van tenminste 2 cm. dik waarover een strakgespannen canvas zeil.
  3. De ring dient te zijn voorzien van tenminste vier ring touwen met een minimale dikte van 3 cm. en een maximale dikte van 5 cm. De touwen moeten strakgespannen en bevestigd zijn aan de hoekpalen waarbij het laagste touw op een hoogte van 40 cm. van de vloer en de hoogste tenminste 120 cm. van de vloer moet zijn aangebracht. Het laagste touw moet los gespannen zijn. Een ongelukkige val van een deelnemer kan door dit touw enigszins gedempt worden.
  4. De touwen moeten omwonden zijn met een zacht martiaal en aan elke zijde van de ring verticaal met elkaar verbonden door twee canvasbanden op gelijke afstanden van elkaar en strakgespannen zijn.
  5. De tegenover elkaar gestelde hoeken moeten voorzien zijn van een rode en een blauwe hoek polster voor de deelnemers en daartussen twee witte neutrale hoeken. De rode hoek bevindt zich links van de hoofdjurytafel.
  6. In zowel de blauwe als de rode hoek moeten zich bevinden:
  7. a) Een emmer voor water
  8. b) Een drinkbak
  9. c) Een flesje drinkwater
  10. d) Een spuwbakje of emmer
  11. e) Een handdoek
  12. f) Een zit stoeltje voor de deelnemer
  13. De ring moet zodanig geplaatst zijn dat de deelnemers geen letsel kunnen oplopen bij het door veren van de touwen. De minimale afstand tussen de touwen en de muur (wand en of obstakels) moet tenminste 120 cm. zijn.
  14. Voor de wedstrijden onder auspiciën van De MTBN moet de ring goedgekeurd zijn door het bestuur.

 Artikel 44.

WEDSTRIJDKLEDING

  1. Deelnemers:
  2. a) kickboksen/ Muay Thai vechters: korte sportbroek, ontbloot bovenlichaam. Mond en kruisbeschermer zijn verplicht. Enkelkousen zijn toegestaan.
  3. b) kickboksen/ Muay Thai dames; het dragen van een borstbeschermer is niet verplicht maar wel aan te bevelen. Een borstbeschermer mag niet langer zijn dan 5 centimeter gemeten vanaf de borstcup. Onder een korte sportbroek is het dragen van een korte legging toegestaan. Een kruisbeschermer voor vrouwen is wel verplicht.
  4. c) Jeugdwedstrijden: Hoofdkap, volledige beenbeschermers (scheen/voet), kruis en mondbeschermer.
  5. Bokshandschoenen:
  6. a) Alle deelnemers strijden met handschoenen van gelijk gewicht.
  7. b) De handschoenen moeten gelijkmatig gevuld zijn, met de grootste dikte op het stootvlak (knokkels) en het leder moet zacht en soepel zijn. Voor handschoenen met vetersluiting geldt dat de knoop aan de bovenkant zonder nestels aangebracht moet worden, zonder loshangende uiteinden. Hierna moet tape over de knoop worden aangebracht Handschoenen met zelfklevende sluiting moeten goedgekeurd zijn door De MTBN. De uiteinden moeten getapet zijn.
  8. c) De kleur van de handschoenen moet aangepast zijn aan de kleur van de hoek van de deelnemer.
  9. d) Alle bokshandschoenen moeten geleverd worden door De MTBN.

Artikel 45.

BANDAGE EN TAPES

Het aanbrengen van bandages en/ of tapen van de handen is uitsluitend bedoeld ter preventie van blessures. De tape wordt o.a. gebruikt om de bandages op zijn plaats te houden. Het opeenstapelen van tape voor het opbouwen van de knokkelpartij is verboden. Normale soft bandages die om de pols en de hand tot ca. 2 cm. voor de knokkels getapet worden, zijn toegestaan. De bandages en tapes van de handen van een deelnemer moeten door een official gekeurd en goed bevonden zijn. Alleen als deze voorzien zijn van een stempel of afdruk van een official, mogen de wedstrijdhandschoenen aangetrokken worden. Bandages elders dan de handen moeten goed gekeurd zijn door de ringarts Het is verboden enig voorwerp aan of in de handen of vingers te hebben, terwijl het gebruik van binnen handschoenen eveneens verboden is.

Artikel 46.

GEWICHTSKLASSEN

Gewichtsklassen Kilogram Pond ( lbs)
Mini Flyweight 47.62 105
Junior Flyweight 48.99 108
Flyweight 50.35 111
Junior Bantamweight 51.71 114
Bantamweight 53.52 118
Junior Featherweight 55.34 122
Featherweight 57.15 126
Junior Lightweight 58.97 130
Lightweight 61.24 135
Junior Welterweight 63.5 140
Welterweight 66.68 147
Junior Middleweight 69.85 154
Middleweight 73.03 161
Super Middleweight 76.2 168
Light Heavyweight 79.38 175
Super Light Heavyweight 82.55 182
Cruiserweight 86.18 190
Heavyweight 95.3 210
Super Heavyweight Geen Limiet Geen Limiet

Artikel 47.

INSTRUCTEUR/ HELPER

  1. Elke deelnemer mag worden bijgestaan door een instructeur/coach en twee helpers (verzorgers). Alleen de door De MTBN gediplomeerde instructeur/coach en de verzorgers in bezit van een licentie mogen de ring betreden. Voor de verzorging in de ring binnen de touwen zijn twee verzorgers toegestaan.
  2. De instructeur, helpers en de deelnemers dienen tenminste ??n uur voor de aanvang van de wedstrijden aanwezig te zijn voor de weging en de medische keuring.
  3. Direct na de keuring moet de instructeur ervoor zorgdragend dat het wedstrijdpaspoort (wp) van de deelnemer bij de wedstrijdleiding wordt ingeleverd. Tijdens de wedstrijden worden de resultaten van de diverse deelnemers direct na afloop van de wedstrijd ingevuld op het wp van beide deelnemers, waarna de wp’s direct weer beschikbaar zijn voor de begeleidende sportleiders.
  4. De instructeur dient ervoor te zorgen dat een deelnemer voor de wedstrijd geheel verzorgd is in wedstrijdkleding, verplichte mond en kruisbeschermer en toegestane bokshandschoenen als omschreven in artikel 44.
  5. Het is de instructeur en helpers verboden tijdens het gevecht aanwijzingen te geven. Dit kan alleen geschieden tijdens de rustpauze van de deelnemer.
  6. Het is de instructeur en helpers verboden tijdens de wedstrijd de ring te betreden. De ring mag alleen worden betreden op aanwijzing van de scheidsrechter en in de rustpauze van de wedstrijd.
  7. De instructeur kan door middel van het werpen van een handdoek of spons in de ring de wedstrijd van zijn deelnemer voortijdig beëindigen. Tijdens het tellen van de scheidsrechter in geval van een knockdown is opgave niet mogelijk. Wanneer de instructeur tijdens het tellen van de scheidsrechter wel de handdoek of spons in de ring werpt, zal de scheidsrechter zich hieraan niet storen en zal normaal doorgaan met tellen. Indien een deelnemer voor de achtste tel weer in staat wordt geacht verder te vechten en de vechthouding heeft aangenomen, dan zal de scheidsrechter op dat moment de wedstrijd beëindigen en wordt de betreffende deelnemer verliezer verklaard door opgave.
  8. Op het teken “helpers weg” van de tijdwaarnemer of speaker voor aanvang van een ronde, moeten de instructeur en helpers de ring direct verlaten en mogen de ring niet eerder betreden voor het einde van de ronde is aangeduid.
  9. De instructeur en de helpers moeten zorgen voor het tijdig plaatsen en wegnemen van de stoel van hun deelnemer.
  10. Het is ten strengste verboden de handschoenen te vervormen of te breken. Tijdens de ronde is het de instructeur en de helpers verboden deelnemers aanwijzingen en/of aanmoediging te geven. Het slaan op de ring mat ter aanmoediging is verboden. Het werpen van verfrissende middelen zoals water enz. naar de deelnemer is eveneens verboden.
  11. Instructeurs en helpers dienen zich volgens de voorschriften te gedragen. Zij kunnen door de scheidsrechter gewaarschuwd worden bij het niet nakomen van de voorschriften. Bij volharding van de overtreding kunnen zij uit de ring verwijderd worden. De mogelijkheid bestaat tevens dat de scheidsrechter aan de deelnemer van de in overtreding zijnde instructeur een officiële waarschuwing geeft c.q. diskwalificeert.
  12. De instructeurs en de helpers moeten gekleed zijn in sportieve sportkleding.
  13. De instructeur is tevens verantwoordelijk voor de gedragingen van zijn helpers.
  14. Indien de scheidsrechter tijdens de wedstrijd het advies wenst in te winnen van de ringarts in verband met een blessure of letsel en daartoe de ringarts verzoekt de ring te willen betreden, mag de betrokken instructeur of helper de arts niet vergezellen in de ring. In dit geval is het de instructeur of helper verboden de ring te betreden.
  15. Het is de instructeur en helpers verboden zich tijdens de wedstrijden naar de juryleden of wedstrijdleiding te begeven of tegen de beslissing van de scheidsrechter c.q. wedstrijdleiding te protesteren. Alleen een schriftelijk protest voorzien van videoband kan binnen 30 dagen na afloop van de wedstrijden bij het hoofdbestuur worden ingediend.

Artikel 48.

WEDSTRIJDADMINISTRATEUR

De wedstrijdadministrateur wordt door het hoofdbestuur aangesteld. De wedstrijdadministrateur wordt door het bondsbureau in het bezit gesteld van een legitimatiekaart.

De wedstrijdadministrateur heeft de volgende werkzaamheden te verrichten:

  1. a) Voor de aanvang van de wedstrijden neemt hij de wedstrijdpaspoorten in van alle deelnemers die op het programma voorkomen.
  2. b) Hij controleert de wedstrijdpaspoorten op geldigheid.
  3. c) Hij stelt de aanwezige wedstrijdleiding in kennis omtrent zijn bevindingen bij controle van de wedstrijdpaspoorten
  4. d) Tijdens de wedstrijden vult hij de wedstrijdpaspoorten naar behoren in.
  5. e) Hij zal er zorg voor dragen dat er geen juniordeelnemer tegen een seniordeelnemer zal uitkomen. f) Hij dient ervoor te zorgen dat alleen deelnemers van dezelfde wedstrijdklasse tegen elkaar uitkomen.
  6. g) Hij maakt een proces-verbaal op omtrent de wedstrijden en laat dit ondertekenen door de ringarts en hoofdscheidsrechter na beëindiging van de wedstrijden.
  7. h) Hij draagt er zorg voor dat een exemplaar van het proces-verbaal gezonden wordt naar het hoofdbestuur van de MTBN.
  8. i) Na de wedstrijden maakt hij een overzicht betreffende uitslagen en stuurt dit naar de desbetreffende juryleden en sportscholen.

HOOFDSTUK 5. WEDSTRIJDORGANISATIE

 Artikel 49.

PROMOTORS

Personen die de bevoegdheid willen krijgen om als promotor/organisator van wedstrijden onder auspiciën van de MTBN in aanmerking te komen, moeten aan het volgende voldoen:

  1. a) Op het tijdstip van de aanvraag voor een promotor licentie dient de aanvrager tenminste een jaar lid te zijn van de MTBN.
  2. b) Tijdens de aanvraag moet men de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Men moet bekend staan als verantwoordelijk persoon die zijn financiële verplichtingen stipt nakomt.
  3. c) De aanvrager dient een goede kennis te bezitten van het wedstrijdreglement van de MTBN, alsmede het organisatorisch voorbereiden van wedstrijden op de juiste wijze te kunnen uitvoeren. Het hoofdbestuur heeft het recht betrokkene hieromtrent een proef van bekwaamheid te laten afleggen voor een door haar te benoemen commissie. Tijd en plaats worden alsdan door het hoofdbestuur bepaald.
  4. d) Een promotor is verplicht een door het hoofdbestuur vast te stellen afdracht te storten c.q. bankgarantie te stellen.
  5. e) Een promotor mag geen jeugdwedstrijden samenvoegen met seniorwedstrijden. Jeugdwedstrijden (t/m 15 jaar) mogen uitsluitend en alleen overdag gehouden worden.
  6. f) Indien meerdere promotors in een stad of regio aanwezig zijn, dienen zij in overleg met elkaar of indien nodig met tussenkomst van het hoofdbestuur de wedstrijddata te bepalen.
  7. g) Indien een promotor de MTBN of de sport op wat voor wijze dan ook in diskrediet brengt, wordt zijn licentie tot het promoten van wedstrijden van de MTBN onmiddellijk door het hoofdbestuur ingetrokken.
  8. h) Het hoofdbestuur kan zonder opgaaf van reden weigeren aan een gegadigde een promotorlicentie te verstrekken.
  9. i) Op een en dezelfde datum mogen in geheel Nederland niet meer dan twee gala’s gelijk worden gehouden, ongeacht de aard van de organisatie.
  10. j) Promotors moeten een bewijs van omtrent het gedrag aan MTBN kunnen overleggen.

Artikel 50

AANVRAAG WEDSTRIJDEN EN/OF DEMONSTRATIES

Promotors en verenigingen die reglementair gerechtigd zijn om wedstrijden en/of demonstraties onder auspiciën van de MTBN te organiseren, dienen de volgende bepalingen in acht te nemen:

  1. Uiterlijk vier weken voor aanvang van het wedstrijdseizoen dienen de wedstrijddata opties te worden ingediend bij het bestuur van de MTBN. Er dient zoveel mogelijk rekening gehouden te worden met de data vermeld op de door het hoofdbestuur uitgegeven wedstrijdkalender. Duidelijk dient vermeld te worden wat voor gala het betreft, in welke klassen en stijlen er wordt gevochten.
  2. Na ontvangst van de aanvraagformulieren zal het hoofdbestuur een beslissing nemen omtrent het al dan niet doorgaan van het te organiseren wedstrijdevenement.
  3. De inschrijving van de deelnemers van betreffende wedstrijden geschiedt onder verantwoording van de MTBN- matchmaker.
  4. De MTBN is verantwoordelijk voor het uitnodigen van de scheidsrechters, juryleden, tijdwaarnemer, ringarts en andere officials. Zij doen daarvan vooraf melding bij het hoofdbestuur.
  5. Indien het hoofdbestuur toestemming heeft verleend tot het organiseren van een wedstrijdgala, verzendt zij aan de organisator een verlofbewijs, de namen van de officials, de wedstrijdindeling, en de daarbij behorende deelnemers met de aanverwante sportscholen.
  6. Organisatoren die wedstrijden organiseren dienen op de affiches of posters tenminste duidelijk te vermelden; plaats en datum van de wedstrijden, de toegangsprijzen en dat de wedstrijden onder auspiciën van de MTBN worden gehouden.
  7. Indien de matchmaking door de organisatie zelf is verzorgd, dan moet de wedstrijdindeling en het programma uiterlijk 10 dagen voorafgaand aan het evenement in het bezit zijn van het bestuur.
  8. Promotors mogen geen gebruik maken van sponsors, waarvan zij weten/ redelijke wijs kunnen vermoeden dat: deze zich bezighouden met illegale praktijken. Het hoofdbestuur dient een exemplaar van de affiche of poster voor de wedstrijden te ontvangen.

Artikel 51.

FINANCIËLE VERPLICHTINGEN VAN DE ORGANISATIE

Van elke onder de MTBN georganiseerde wedstrijden en/of demonstraties in Nederland waarvoor toegangsprijzen worden geheven, dienen de organisatoren een door de MTBN vastgestelde afdracht te betalen, eventueel verhoogd met andere heffingen. Genoemde afdracht en heffingen moeten worden afgedragen aan het hoofdbestuur voor aanvang van de wedstrijden en/of demonstraties. De hoogte van de afdracht en eventuele heffingen worden door het hoofdbestuur bepaald.

Artikel 52.

KOSTEN VAN ORGANISATIE

Alle kosten, zoals reis en verblijfkosten van deelnemers en officials van de NKBB verbonden aan het organiseren van wedstrijden en/of demonstraties komen ten laste van de organisatie.

Artikel 53.

WIJZIGINGEN IN HET VASTGESTELDE PROGRAMMA

  1. Als in een door de promotor/organisator aangekondigd wedstrijdprogramma, alwaar in een aankondiging van het optreden van A-klasse vechters, ter elfder ure een wijziging moet worden aangebracht, is de promotor/organisator verplicht dit zo spoedig mogelijk ter kennis van de publiciteitsmedia te brengen. Althans indien de wijziging uiterlijk drie dagen voor de wedstrijddatum bekend is
  2. Het publiek heeft desgewenst alsdan het recht op terugbetaling van het betaalde toegangsbedrag.

Artikel 54.

FILMS EN VIDEO-OPNAMEN

Het is aan het hoofdbestuur van de MTBN en/of aan de organisator van MTBN-wedstrijden voorbehouden om films en/of video-opnamen te laten maken van de MTBN-wedstrijden. Indien er later na de wedstrijden films en/of video-opnamen omtrent de MTBN-wedstrijd verspreid worden (verkoop/verhuur/in leen) dan dient de opdrachtgever er zorg voor te dragen dat in deze films en/of video-opnamen voor de toeschouwers duidelijk staat vermeld dat het wedstrijden betreft welke gehouden zijn onder auspiciën van de MTBN.

Artikel 55.

VRIJE TOEGANG

Leden van het hoofdbestuur alsmede leden van de medische- en wedstrijdcommissie van de MTBN hebben te allen tijde vrije toegang tot wedstrijden die georganiseerd zijn onder auspiciën van de MTBN.

Artikel 56.

RECLAME-UITINGEN

Het is in alle bij de MTBN aangesloten verenigingen en/of individuele sporters vrij om zelfstandig sponsorovereenkomsten af te sluiten, met uitzondering van die sponsors waarvan in redelijkheid gesteld kan worden dat de belangen van die sponsor tegenstrijdig zijn met de belangen van de sporter, vereniging of MTBN, zoals bijvoorbeeld sponsors welke in strijd met de algemene goede waarden, normen en zeden handelen of bemiddelen, alsmede met sponsors welke drugs, seks, rookwaren of sterk alcoholische dranken vertegenwoordigen. In geval van een geschil tussen een sponsor en een der andere partijen, kan een verzoek tot arbitrage tot de MTBN worden gericht. Indien de MTBN niet bij machte is het voorliggende geschil op te lossen, kan het geschil worden voorgelegd aan de Arbitragecommissie Sportsponsoring van de Nederlandse Sport Federatie in Den Haag.

Artikel 57.

PRIJZEN EN/OF PREMIES

Bij wedstrijden onder reglementen van de MTBN is elke vorm van wedden verboden. De onkostenvergoeding van de vechters worden niet als weddenschappen beschouwd. Het uitloven van prijzen en/of premies dient alleen te geschieden voor of na de wedstrijden en wordt bekendgemaakt door de speaker; het uitloven van prijzen en/of premies gedurende de wedstrijden is derhalve verboden. Deze bepaling geldt voor alle wedstrijden. Het uitloven van prijzen en/of premies welke betrekking hebben op de duur van een partij of een ronde daarvan, dan wel op de aard van de overwinning in een partij, is ten strengste verboden. Het uitloven van een prijs of premie aan de beste vechter is toegestaan.

Artikel 58.

E.H.B.O.

De wedstrijdorganisator dient er zorg voor te dragen dat een verbandrommel aanwezig is tijdens de wedstrijden/demonstraties alsmede een brancard, die onder de ring geplaatst dient te zijn.

HOOFDSTUK 6. TITELWEDSTRIJDEN

 Artikel 59.

AANVRAAG VOOR WEDSTRIJDEN BUITENLAND

Indien een vechter strijdt voor een titelgevecht in het buitenland bij een door de MTBN erkende internationale organisatie, moet deze vechter dit melden aan het hoofdbestuur. Deze prestatie wordt verwerkt in de administratie die nodig is voor o.a. de ranglijsten.

Artikel 60.

KAMPIOENSCHAPPEN VAN NEDERLAND

Wedstrijden om het kampioenschap van Nederland kunnen alleen worden erkend indien zij volgens de reglementen van de MTBN plaatsvinden en worden gehouden onder auspiciën van de MTBN. Eventuele competities, uitgeschreven door het hoofdbestuur met het doel een uitdager te verkrijgen voor een titelwedstrijd tegen de titelhouder, of om een finalewedstrijd samen te stellen, moeten worden vastgesteld op het aantal ronden die vastgesteld zijn in artikel 39. Bij een uitslag “onbeslist” in een titelwedstrijd tussen de titelhouder en een uitdager, behoudt de titelhouder de kampioenstitel. Bij een uitslag “onbeslist” in een wedstrijd om een vacante titel zal de ringscheidsrechter een tweede puntenbriefje vragen aan de schaduwjuryleden, waarop zij hun uitslag kenbaar maken. Als ook in dit geval de uitslag onbeslist is, vult de ringscheidsrechter een puntenbriefje in. Zijn uitslag is bindend. Een kampioen van Nederland kan niet worden verplicht zijn titel te verdedigen binnen twee maanden na datum waarop hij de titel behaalde en of verdedigde. Wanneer het hoofdbestuur een schriftelijke aanvraag heeft ontvangen van een uitdager en haar goedkeuring heeft gegeven aan de titelwedstrijd, dan is de kampioen verplicht binnen drie maanden na ontvangst van de betreffende brief van het hoofdbestuur zijn titel te verdedigen. Een kampioen die hieraan niet kan voldoen of die weigert zijn titel te verdedigen zonder geldige reden, kan door het hoofdbestuur van zijn titel vervallen worden verklaard. Gegadigden voor een titelgevecht mogen gedurende vier weken voor een titelwedstrijd niet deelnemen aan andere (ring-)contactsporten. Zodra een titelhouder in het bezit komt van een titel in een andere gewichtsklasse, moet hij binnen een maand schriftelijk aan het hoofdbestuur berichten aan welke van de twee titels hij de voorkeur geeft. Het hoofdbestuur zal beslissen welke leden van de MTBN mogen strijden om de vrijgegeven vacante titel. Een uitdager die een titelwedstrijd heeft verloren, zal tenminste vier maanden moeten wachten alvorens hij in hetzelfde gewicht een nieuwe uitdaging kan richten aan de kampioen. Bij een uitslag “onbeslist” kan de uitdager direct opnieuw een uitdaging richten aan de kampioen. De kampioen mag zijn titel wel binnen twee maanden na de uitslag onbeslist op het spel zetten, maar kan hiertoe niet worden verplicht.

Artikel 61.

UITSTEL VAN EEN TITELWEDSTRIJD

  1. Kampioenen en of een uitdager (officiële) die weigert te vechten en daarvoor een bepaalde reden opgeeft, dient dit direct schriftelijk te melden aan het hoofdbestuur.
  2. Het hoofdbestuur zal dan beoordelen of de reden gegrond is en zal onmiddellijk een standpunt bepalen.
  3. Wanneer de opgegeven reden inderdaad gegrond is, kan het hoofdbestuur de wedstrijd uitstellen voor de termijn van ten hoogste drie maanden.
  4. Kan de uitdager niet vechten dan vervallen zijn rechten als uitdager.
  5. Kan de kampioen niet vechten, dan wordt hij van titel vervallen verklaard. Punt 4 en punt 5 gelden na het uitstel van drie maanden.
  6. Het hoofdbestuur zal bepalen wat er met de titel zal gebeuren. Het hoofdbestuur zal nimmer een vechter een titel toewijzen zonder dat deze vechter er om gevochten heeft.
  7. Het hoofdbestuur heeft het recht hiervan af te wijken indien een vechter door zijn prestaties en ter wille van de representatie van de MTBN waardig geacht wordt zich kampioen van Nederland te noemen. Dit is alleen mogelijk indien geen enkele Nederlandse vechter in dezelfde gewichtsklasse aanwezig is die in staat kan worden geacht de gegadigde voor vacante titel behoorlijk partij te geven.

Artikel 62.

UITDAGINGEN

Een uitdaging aan een kampioen van Nederland moet schriftelijk ter kennis gebracht worden aan het hoofdbestuur met vermelding van:

  1. a) Naam en voornaam Woonplaats en geboortedatum Vereniging of sportschool Lichaamsgewicht Eventueel in het bezit zijn van een titel
  2. b) In het verzoek aan het hoofdbestuur dient de uitdager tevens te vermelden: Naam en voornaam van de persoon die hij uitdaagt Gewichtsklasse van de persoon die hij uitdaagt Titel waar hij om wenst te strijden De vereniging of sportschool waar hij lid van is. Het verzoek aan het hoofdbestuur dient te zijn ondertekent door de uitdager en diens trainer, coach of manager.

Artikel 63.

CONTRACTEN

Wanneer een contract tot stand is gekomen voor een gevecht tussen de promotor en de beide deelnemers, zijn de betrokkenen verplicht zich aan dit contract te houden. De promotor zal zijn financiële verplichtingen na moeten komen evenals de deelnemers die het contract hebben ondertekend. De MTBN kan sancties nemen volgens het reglement tegen betrokkenen die hun contractuele verplichtingen niet nakomen. Het bondsbestuur van de MTBN, noch enig ander orgaan van de MTBN, aanvaardt enig aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid t.a.v. door de promotors en/of managers aangegane transacties of contracten, zulks t.a.v. maatschappelijke, sociale, financiële of belastingtechnische aanspraken van derden jegens de promotor en/of manager of contractanten.

HOOFDSTUK 7. MEDISCHE BEPALINGEN

 Artikel 64.

MEDISCHE CONTROLE

  1. Taak:
  2. a) De medische commissie van de MTBN behandelt alle medische aspecten betreffende alle wedstrijden die onder auspiciën van de MTBN behoren.
  3. b) De medische commissie heeft tot taak zorg te dragen voor een goede medische begeleiding van de leden van de MTBN.
  4. c) De medische commissie kan het hoofdbestuur verzoeken maatregelen op te leggen aan vechters aangesloten bij de MTBN.
  5. d) De kosten die voortvloeiende werkzaamheden van de medische commissie kunnen ten laste worden gebracht van de MTBN.
  6. Algemeen:
  7. a) Op aanwijzing van de medische commissie is iedere vechter van de MTBN verplicht een medische keuring te ondergaan bij een arts of een bureau voor medische sportkeuring, welke zij wenselijk acht. Na een vastgestelde beperking verbiedt zij of geeft zij toestemming aan de vechter om deel te nemen aan wedstrijden en/of demonstraties en/of trainingen. Indien zij op medische gronden een vechter voor een bepaalde periode of definitief verbiedt deel te nemen aan wedstrijden, demonstraties en/of trainingen, bestaat hiertegen geen beroep.
  8. b) De medische commissie zal periodiek onderzoeken instellen c.q. in laten stellen naar de gezondheidstoestand van de wedstrijdvechters en daartoe alle medische hulpmiddelen kunnen gebruiken.
  9. c) De medische commissie zal een standaardregel vaststellen als richtlijn voor de scheidsrechter voor het onmiddellijk beëindigen van de wedstrijd op medische gronden.
  10. d) De medische commissie zal bepalingen maken hoe een nauwkeurige controle dient te gescheiden op een goede verzorging van de vechters tijden de rustpauze gedurende de wedstrijden.
  11. e) De medische commissie zal bepalingen vaststellen voor een rustpauze na een knock-out of na een zware nederlaag van een vechter.
  12. f) De medische commissie zal verder alle mogelijkheden onderzoeken en daar omtrent bepalingen en voorschriften maken die ten doel hebben de vechters zoveel mogelijk alle ongevallen tijdens de wedstrijden en trainingen te beschermen.
  13. g) Ieder lid van de MTBN dient zich onvoorwaardelijk te onderwerpen aan alle door de medische commissie vast te stellen bepalingen en voorschriften.
  14. h) Het hoofdbestuur van de MTBN draagt er zorg voor dat alle bepalingen en genomen besluiten door de medische commissie ten uitvoer worden gebracht.
  15. i) Alle besluiten, bepalingen en voorschriften van de medische commissie zullen op duidelijke wijze worden gepubliceerd zodat alle leden daar nota van kunnen nemen.
  16. j) Het hoofdbestuur van de MTBN zal de medische commissie in het bezit stellen van de data van de geplande wedstrijden teneinde haar in de gelegenheid te stellen deze wedstrijden te controleren.
  17. k) Het hoofdbestuur van de MTBN zal de medische commissie in het bezit stellen van een exemplaar van het proces-verbaal van alle wedstrijden die hebben plaatsgevonden, zowel nationaal als internationaal, waaraan wordt deelgenomen door vechters van de MTBN.
  18. l) De medische commissie zal, indien nodig, een rapport doen verschijnen over het medische gedeelte van de MTBN, hetwelk op officiële wijze voor de leden gepubliceerd zal worden.

Artikel 65.

AANWEZIGHEID RINGARTS

Bij wedstrijden en/ of demonstraties moet ten alle tijden een ringarts aanwezig zijn. Bij afwezigheid kunnen de wedstrijden en/ of demonstraties geen doorgang vinden.

Artikel 66.

DE RINGARTS

  1. Bij wedstrijden onder auspiciën van de MTBN moet te allen tijde een arts aanwezig zijn.
  2. Voor en tijdens de wedstrijden kan de ringarts de nodige maatregelen nemen of laten nemen die hij medisch noodzakelijk acht.
  3. De door de ringarts opgelegde maatregelen worden vastgelegd in het proces-verbaal van de wedstrijd, terwijl de ringarts tevens zijn bevindingen ter kennis brengt aan de in functie zijnde scheidsrechter.
  4. Voor aanvang van de wedstrijd dient de arts zich bij iedere deelnemer ervan te overtuigen dat sinds het tijdstip van de jaarlijks verplichte medische keuring, geen dusdanige verandering zijn opgetreden, dat deelname onverantwoord zou zijn.
  5. De ringarts is verplicht, zulks op verzoek van de scheidsrechter en/of trainer tijdens de wedstrijd of rustpauze tussen de ronden een eventuele verwonding of de ernst van een blessure van een vechter te onderzoeken en de scheidsrechter en/of trainer te adviseren de wedstrijd al dan niet te staken. Tijdens de wedstrijd kan alleen de scheidsrechter dit verzoeken. Het gegeven advies is bindend.
  6. Wanneer de scheidsrechter het advies van de ringarts wenst tijdens de wedstrijd omtrent de ernst van een blessure van de vechter, stopt hij de wedstrijd en verzoekt de ringarts de vechter te willen onderzoeken. Tijdens dit onderzoek in de ring betreedt alleen de ringarts de ring. Het is de instructeur verboden de ringarts te begeleiden. Bij dit onderzoek van de vechter zijn slechts de ringarts en de scheidsrechter aanwezig.
  7. De ringarts zal aan de hand van de door de medische commissie gestelde voorschriften direct na de wedstrijd in het medisch rapport zijn voorstel vermelden omtrent de duur van een op te leggen startverbod voor een bepaalde vechter.
  8. Aan de hand van het ingezonden medisch rapport zal de medische commissie een beslissing nemen en deze ter kennis brengen aan het hoofdbestuur. Het hoofdbestuur stelt direct de betreffende vechter, vereniging, manager in kennis van dit besluit. Deze beslissing moet in het startboekje van de betrokken vechter worden vermeld.
  9. De ringarts dient op het medisch rapport het wedervaren van de deelnemers te vermelden, voor zover dit medisch van belang is. Te allen tijde moeten genoteerd worden de knock-outs op het hoofd en of lichaam, beduidende blessures, RSC’s en RSC-H’s. De medische verslaggeving dient gedetailleerd te zijn; aard van de ko’s, duur bewustzijnsverlies, retrograde amnesie, aard van blessures, medische bevindingen na afloop van de wedstrijd. Voor een nauwkeurige medische verslaggeving zal in vele gevallen overleg met juryleden en of scheidsrechter noodzakelijk zijn.
  10. Wanneer de ringarts tijdens het wedstrijdverloop functiestoornissen constateert bij een deelnemer, die naar zijn/haar oordeel een voortzetting van de strijd onverantwoord maken, is hij/zij bevoegd de wedstrijd te staken.
  11. De ringarts verzendt de medische bescheiden naar de medische commissie van de MTBN. De ringarts dient, wanneer hij/zij dit medisch nodig acht voor een wedstrijddeelnemer, aan deze een brief voor zijn/haar huisarts mee te geven, waarin vermeld staat de aard van het letsel, eigen onderzoeksbevindingen en een advies, teneinde een adequate medische vervolging en nabehandeling te waarborgen.
  12. De ringarts zal gedurende de wedstrijden zijn plaats aan de ring niet verlaten; indien de ringarts de ring toch moet verlaten, dient hij de hoofdjury en/of speaker hiervan te informeren opdat de partij door de scheidsrechter kan worden onderbroken resp. stopgezet; gedurende de afwezigheid van de ringarts mogen de wedstrijden geen doorgang vinden.

Artikel 67.

KEURINGEN EN KEURINGSBEWIJS

  1. Iedere deelnemer aan wedstrijden van de MTBN moeten een medisch keuringsbewijs overleggen aan de wedstrijdadministrateur.
  2. Elke wedstrijdvechter is verplicht zich jaarlijks aan een algemene keuring te onderwerpen bij een door de medische commissie aan te wijzen instantie of arts en volgens richtlijnen, opgesteld door de medische commissie.
  3. Vechters die in militaire dienst zitten kunnen zich laten keuren door de militaire arts die de keuring dient te verrichten overeenkomstig het gestelde in punt 2.
  4. Elke wedstrijdvechter is verplicht een bewijs van goedkeuring achter in zijn wedstrijdpaspoort te bewaren en moet dit bewijs altijd bij zich hebben. Het bewijs is maximaal één jaar na afgifte datum geldig. In plaats van het bewijs mag de keuringsarts ook de datum van keuring vermelden in het betreffende startboekje, mits ondertekend en voorzien van stempel van de arts, alsmede een duidelijke datering. Een keuringsbewijs of aantekening moet zijn voorzien van de tekst “goedgekeurd voor het beoefenen van vol contact wedstrijdsport”.

Artikel 68.

ALGEMENE BEPALINGEN

  1. Iedere wedstrijdvechter is verplicht op verzoek van de medische commissie algehele medische sportkeuring te ondergaan bij een Sport Medisch Adviesbureau.
  2. Voor aanvang van de wedstrijd en/of demonstraties moeten alle vechters worden gekeurd door de in functie zijnde ringarts.
  3. Iedere vechter is verplicht bij de keuring voor aanvang van de wedstrijden en/of demonstraties aan de in functie zijnde ringarts mededelingen te doen van eventuele voorafgaande ziekten en/of ongevallen.
  4. Een vechter die ten gevolge van een stoot of trap op het hoofd de wedstrijd door knock-out heeft verloren, mag gedurende een periode die door de aanwezige in functie zijnde ringarts wordt vastgesteld niet deelnemen aan wedstrijden en/of demonstratie, zulks nader vast te stellen door de medische commissie. Indien de medische commissie heeft besloten dat een wedstrijdvechter na een k.o.- nederlaag of na een zware wedstrijd een extra medisch onderzoek moet ondergaan bij een door deze commissie aan te wijzen arts, kan de medische commissie aan de hand van dit keuringsresultaat besluiten een langere rustperiode voor te schrijven. De betrokken vechter, alsmede de overige daarbij betrokken instanties worden hiervan ten spoedigste in kennis gesteld door het hoofdbestuur.
  5. Een vechter die K.O. is gegaan door een stoot of trap op een lichaamsdeel anders dan het hoofd, kan door de medische commissie eveneens een rustperiode worden opgelegd als bedoeld in punt 4 van dit artikel.
  6. Een vechter die in een wedstrijd veel heeft moeten incasseren op het hoofd en/of ander lichaamsdeel, valt onder dezelfde bepalingen zoals bedoeld in punt 4 en 5 van dit artikel. De in functie zijnde ringarts is verplicht hiervan mededeling te doen in zijn medisch rapport en zo nodig doet hij aanbeveling aan de medische commissie omtrent de te nemen maatregelen.
  7. Een vechter die drie achtereenvolgende wedstrijden door K.O. heeft verloren zal gedurende zes maanden niet aan wedstrijden en/of demonstraties mogen deelnemen.
  8. Het resultaat van een medische keuring (neurologisch) zal beslissend zijn voor de medische commissie wanneer de betrokken vechter wederom zal mogen deelnemen aan wedstrijden en/of demonstraties.
  9. Wanneer het resultaat van de voorgeschreven keuring niet voldoet aan de eisen die de medische commissie van de MTBN daarvoor heeft gesteld, zal de betrokken vechter, vereniging c.q. manager hierover worden bericht. In het wedstrijdpaspoort van de betrokkene zal hiervan aantekening worden gedaan.
  10. Zodra de medische commissie constateert of aan haar gerapporteerd door een ringarts dat een vechter symptomen vertoont van punch- drunkness, zal hem een voorlopig startverbod worden opgelegd.
  11. Op advies van de medische commissie zal de betrokken vechter zich moeten onderwerpen aan een neurologisch, encephalografisch en/of ander specialistisch onderzoek. Aan hand van de verkregen resultaten zal de medische commissie beslissen of de betrokken vechter wederom aan wedstrijden en/of demonstraties zal mogen deelnemen, dan wel in welke periode aan hem een startverbod wordt opgelegd, dan wel een algemeen startverbod aan hem wordt opgelegd.
  12. Wanneer de scheidsrechter de ringarts niet consulteert omtrent de ernst van de blessure en zelf de beslissing neemt de wedstrijd te laten vervolgen, terwijl de ringarts van mening is dat de wedstrijd gestaakt moet worden, is de ringarts verplicht direct na beëindiging van de wedstrijd de geblesseerde vechter te onderzoeken. Indien de ringarts van mening blijft dat de scheidsrechter de wedstrijd had moeten staken naar aanleiding van de blessure van de vechter, is hij verplicht hiervan onmiddellijk te rapporteren aan de medische commissie.
  13. Na beoordeling van het rapport door de medische commissie zal hij/zij het hoofdbestuur dien aangaande hierover berichten. Het hoofdbestuur zal alsdan beoordelen welke maatregelen genomen moeten worden tegen de betreffende scheidsrechter.
  14. Bij de wedstrijden en/of demonstraties dient goede controle te worden uitgeoefend op de verzorging van de vechters. Zij dienen te worden verzorgd met zindelijk en deugdelijk materiaal.
  15. Bij ieder wedstrijd dient schoon water alsmede vers drinkwater aanwezig te zijn voor de verzorging van de vechter.
  16. De ringarts is bevoegd tot het controleren van de verbandmiddelen, medicamenten, verzorgingsmateriaal etc.
  17. De organisator dient te voorzien in deugdelijke eerste hulp.

Artikel 69.

DOPINGREGLEMENT

Het gebruik van doping in elke vorm is verboden voor of tijdens alle onder toezicht of reglementen van de MTBN te organiseren wedstrijden en/of demonstraties dan wel voor of tijdens wedstrijden en/of demonstraties waaraan door MTBN leden worden deelgenomen. Tot de verboden middelen behoren onder anderen; wekaminen, amfetaminen en anabole steroïden. Voor het dopingreglement kunt u terecht bij het NeCoDo.

Artikel 70.

MEDISCHE COMMISSIE

1) De medische commissie behandelt alle medische aangelegenheden van de Kickboksen/ Muay Thai sport en aanverwante sporten in het algemeen en die van de MTBN in het bijzonder. De medische commissie behandelt alle medische aspecten die haar worden aangeboden door de MTBN.

2) De medische commissie heeft tot taak zorg te dragen voor een goede medische begeleiding van de vechters, aangesloten bij de MTBN.

3) De medische commissie kan maatregelen opleggen aan vechters aangesloten bij de MTBN. Kosten voortvloeiende uit de werkzaamheden van de medische commissie komen geheel ten laste van de MTBN. Algemeen: Op aanwijzing van de medische commissie is elke vechter verplicht een medische keuring te ondergaan bij een clubarts, of een door de medische commissie nader te bepalen instantie, welke tot keuring bevoegd is. Ter keuring wordt door de betreffende arts(en) vastgesteld of betrokkene goed of afgekeurd wordt voor deelname aan wedstrijden tegen welke beslissing geen beroep mogelijk is. De geldigheid van de keuring is maximaal één jaar na datum van afstempeling.

4) De medische commissie kan periodiek een onderzoek instellen naar de gezondheid van de wedstrijdvechters en daartoe alle hulpmiddelen gebruiken.

5) De medische commissie zal de keuringscriteria vaststellen voor de jaarlijkse keuringen van de vechters, bij voorkeur in overleg met de daartoe bevoegde instanties.

6) De medische commissie zal standaardregels vaststellen en zo nodig op eigen initiatief wijzigingsvoorstellen indienen t.b.v. de scheidsrechters voor het onmiddellijk beëindigen van een partij, dan wel het onderbreken daarvan.

7) De medische commissie zal voorts t.b.v. de dienstdoende ringartsen richtlijnen en keuringseisen opstellen; de medische commissie kan deze richtlijnen en keuringseisen op eigen initiatief veranderen indien zij dit noodzakelijk acht; alleen indien er sprake is van reglement wijzigingen dient de medische commissie de voor te stellen wijzigingen vooraf aan het bestuur te overleggen